Iedereen die in Nederland bevalt, heeft wettelijk recht op kraamzorg om te helpen met alles, van borstvoeding tot de was. Hoe ervaren deze nieuwe moeders dat?
Introductie over kraamzorg
Voor nieuwe ouders, die nog bijkomen van de schok van de bevalling en overspoeld worden door hormonen, kan een pasgeboren baby aanvoelen als een klein, angstaanjagend mysterie; een onontplofte bom in een wieg. “We waren totaal onvoorbereid,” zegt Odilia. Zij en haar man hadden nog nooit een luier verschoond en hadden geen idee dat de baby elke drie uur gevoed moest worden. “Als je een nieuwe moeder of vader bent, heb je geen idee,” herinnert Anouk, een nieuwe moeder, zich. “Ik ben dokter,” zegt Zarah, een andere nieuwe moeder, vol ongeloof. “Dus je zou verwachten dat ik iets weet, en ik wist ook wel wat, maar je hebt echt geen idee.” Voor Giulia, een expat ver van de steun van familie en vrienden, liet een traumatische bevalling haar zowel fysiek als mentaal wankelen. “Ik liep dagenlang op adrenaline,” herinnert ze zich. Het delicate proces van zorg voor haar premature zoon had gemakkelijk overweldigend kunnen worden.
Het verschil voor deze nieuwe ouders, vergeleken met de rest van ons, is dat zij in Nederland zijn bevallen. Dat betekende dat hulp direct beschikbaar was in de vorm van kraamzorg. Iedereen die in Nederland bevalt, ongeacht de omstandigheden, heeft het wettelijke recht – gedekt door sociale verzekering – op ondersteuning van een kraamverzorger voor de daaropvolgende week.
Deze opgeleide professionals komen dagelijks bij je thuis, meestal acht dagen lang, om advies, geruststelling en praktische hulp te bieden. Het is een andere rol dan die van verloskundigen, die in Nederland ook na de geboorte vrouwen en baby’s blijven monitoren; de kraamverzorger houdt de verloskundige op de hoogte van de gezondheid en voortgang van de moeder en baby, en ondersteunt de ouders bij het wennen aan hun nieuwe kind.
Als je vrijwel overal ter wereld een baby hebt gekregen, klinkt dit niets minder dan wonderbaarlijk: precies wat velen van ons hadden gewild. Ik kreeg mijn eerste kind op 27-jarige leeftijd en werd de volgende dag ontslagen naar een bovenwoning ver van familie, zonder het geringste idee wat te doen. Mijn baby kreeg basisgezondheidscontroles, maar niemand onderzocht mij ooit – zelfs niet bij mijn zeswekencontrole (de huisarts vroeg alleen of het goed met me ging en of ik aan anticonceptie had gedacht – ik loog ja op beide vragen).
Een kraamverzorger in Nederland, legt Betty de Vries van Kenniscentrum Kraamzorg, de organisatie die kraamverzorgers registreert, uit, “zorgt voor de vrouw in de eerste week, adviseert haar over borstvoeding en flesvoeding, hygiëne, geeft advies … alles met betrekking tot veilig moederschap en een veilige baby. Ze is er meestal de hele dag, zodat ze kan zien hoe het met hen gaat.” Haar collega, directeur Esther van der Zwan, voegt toe: “Het is een grote verantwoordelijkheid.” Ter voorbereiding trainen kraamverzorgers drie jaar lang – een combinatie van academische en praktijkplaatsingen – en hebben ze regelmatig opfriscursussen in alles, van reanimatie tot ondersteuning bij borstvoeding.
Luxe of noodzaak?
Voor de meeste nieuwe ouders is de kraamverzorger een ongelooflijke troost en opluchting (“Soort van luxe,” zegt Zarah), maar het kan veel meer zijn dan dat. Een ervaren paar ogen en oren in huis kan cruciaal zijn in preventieve zorg, het signaleren van potentiële gezondheids- of welzijnsproblemen bij moeder, baby of gezinssituatie, of waarschuwingssignalen van misbruik of huiselijk geweld.
Josette Veerman kan het zeggen, zegt ze, zodra ze een huis binnenloopt hoe de week zal verlopen. “Je weet dat het een mooie of een zware week wordt, of: ‘Oh mijn god, wat gebeurt hier?'” Ze is al 15 jaar kraamverzorger. Daarvoor werkte ze bij een bank. “Ik kwam thuis en vertelde mijn man: ‘Je raadt nooit wat ik vandaag heb gedaan, ik heb mijn baan opgezegd,'” vertelt ze me lachend via een videogesprek. Nu is ze bij de bevalling van ongeveer 600 baby’s aanwezig geweest (“Allemaal een wonder”) en brengt ze haar leven door met het integreren in gezinnen op een van de meest intense momenten in hun leven.
“Misschien hadden ze zonder mij gekund,” zegt ze over sommige nieuwe ouders, maar waar gezinnen het niet redden, is het een ander verhaal. “Je kunt in een paar dagen niet rechtzetten wat al jaren mis is, maar je kunt wel het gesprek openen.” Dat kan betekenen dat er moeilijke gesprekken met gezinnen worden gevoerd over gevoelige onderwerpen – goede communicatie is essentieel. Haar aanwezigheid kan ook betekenen dat gezinnen zich “gezien voelen” en de hulp krijgen die ze nodig hebben – een ander deel van haar werk is het samenwerken met andere delen van het kraamzorgsysteem om ervoor te zorgen dat gezinnen die ondersteuning krijgen. “Dat is wat het zo speciaal en belangrijk maakt.” Ze werkte door tijdens de pandemie, en ondersteunde nieuwe ouders toen geen familieleden hen konden bezoeken, en zelfs nu, als iemand in het huishouden Covid heeft, werkt ze nog steeds, in volledige PBM (persoonlijke beschermingsmiddelen), hoewel diensten beperkt zijn tot drie uur.
Conclusie
De kraamzorg in Nederland biedt een unieke en essentiële ondersteuning aan nieuwe ouders, die verder gaat dan enkel de fysieke zorg voor moeder en kind. Het is een systeem dat emotionele, psychologische en praktische hulp biedt, waardoor de transitie naar het ouderschap voor velen aanzienlijk wordt verlicht. Voor meer informatie en persoonlijke ervaringen met kraamzorg, kunt u terecht op newchapter-kraamzorg.nl, waar de waarde en impact van kraamzorg in Nederland verder wordt belicht.